Structurele weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:
- de post onvoorzien als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder e, van het Bbv;
- het structurele begrotingssaldo;
- de onbenutte belastingcapaciteit in combinatie met bezuinigingen
De post onvoorzien is nihil. Het structurele begrotingssaldo is € 68,3 mln. De onbenutte belastingcapaciteit is het verschil tussen de inkomsten uit de opcenten MRB tegen het gehanteerde tarief (95,7 opcenten) en wat de inkomsten zouden zijn als de provincie Zuid-Holland het wettelijke maximumtarief zou heffen (het wettelijk maximumtarief in 2023 is 125,8 opcenten). De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt in 2023 € 119,5 mln.
De structurele weerstandscapaciteit bedraagt in 2023 € 187,8 mln (€ 119,5 mln plus € 68,3 mln) en de omvang van de structurele risico’s bedraagt in 2023 € 11,8 mln.
Structurele weerstandsvermogen | = | Structurele weerstandscapaciteit | / | Omvang structurele risico’s |
---|---|---|---|---|
15,9 | = | 187,8 | / | 11,8 |
Het structurele weerstandsvermogen bedraagt “15,9”. Dit is ruim meer dan de waarde die de provincie Zuid-Holland nastreeft (namelijk een factor “1”). Het structurele weerstandsvermogen is hoger dan bij Begroting 2024 (“10,6”) doordat de omvang van de structurele weerstandscapaciteit ten opzichte van de Begroting 2024 is toegenomen en de omvang van de structurele risico's in verhouding minder hard steeg.