Opzet van de jaarstukken
Voor u liggen de Jaarstukken 2023. Met de jaarstukken leggen Gedeputeerde Staten integraal verantwoording af over zowel het beleid (doelen en prestaties), als de financiën (rekeningresultaat en balans). De jaarstukken zijn ingericht conform het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV). De jaarstukken bestaan uit het Jaarverslag 2023 en de Jaarrekening 2023.
Het Jaarverslag 2023 bestaat uit:
- De bestuurlijke inleiding met de belangrijkste bestuurlijke ontwikkelingen en resultaten van 2023.
- Het financieel beeld met de financiële resultaten van 2023 en in het bijzonder de analyse van het rekeningresultaat.
- De ambitieverantwoording, met daarin:
- de inleiding per ambitie: een toelichting op de onderwerpen die deel uitmaken van de ambitie;
- de verantwoording over de realisatie van de beleidsdoelen (1e W-vraag: Wat hebben we bereikt?);
- de verantwoording over de realisatie van de beleidsprestaties (2e W-vraag: Wat hebben we daarvoor gedaan?);
- de verantwoording over de besteding van budgetten (3e W-vraag: Wat heeft het gekost?) door middel van een verschillenanalyse ten opzichte van de bijgestelde begroting. Verschillen groter dan € 0,5 mln, of bestuurlijke relevantie, worden apart toegelicht waarbij het totaal van de toelichtingen altijd aansluit op het totaal van het financiële verschil per beleidsdoel.
- De verantwoording in de door het BBV voorgeschreven paragrafen en de aanvullende paragrafen Arbeidscapaciteit, Subsidies en EU-subsidies.
De jaarrekening bestaat uit:
- De ambitierekening met een toelichting per ambitie op de begrotingswijzigingen (voorjaarsnota en najaarsnota) en de afwijking ten opzichte van de begroting na wijziging.
- De balans en de toelichting op de balans.
- De SiSa-bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen.
- Overzicht van lasten en baten per beleidsprestatie.
Controle van de accountant
De controle van de accountant op getrouwheid richt zich op de jaarrekening. De accountant
stelt tevens vast dat het jaarverslag verenigbaar is met de jaarrekening.
Online versie van de jaarstukken
Door de samenvoeging van alle onderdelen, waarvan de meeste zijn voorgeschreven in het BBV, vormen de
jaarstukken een omvangrijk boekwerk. De jaarstukken worden ook digitaal beschikbaar gesteld via de website
https://www.begrotingzuidholland.nl
Getalnotatie (v) en (n)
In de verschillenverklaring bij de 3e W-vraag 'Wat heeft dat gekost?' is per bijstelling in de titel aangegeven wat het financiële effect is van het verschil. Dit moet als volgt worden gelezen:
- Een (v) betekent dat de werkelijke lasten lager zijn dan begroot en/of dat de werkelijke baten hoger zijn dan begroot;
- Een (n) betekent dat de werkelijke lasten hoger zijn dan begroot en/of dat de werkelijke baten lager zijn dan begroot.
In de jaarrekening zijn veel optellingen opgenomen. Voor deze tabellen geldt dat als gevolg van afronding de som der delen kan afwijken van het totaal.
Lastencategorieën
In deze Jaarstukken wordt in het samenvattend financieel beeld, en daarnaast in elke ambitie bij de 3e W-vraag 'Wat heeft dat gekost?', inzicht gegeven in de opbouw van de lasten via een grafiek. De lasten zijn daarbij onderverdeeld in vier categorieën:
- Arbeidskosten: betreft de loonkostenformatie zoals opgenomen onder A in de paragraaf Arbeidscapaciteit
- Kapitaallasten: betreft de kapitaallasten als gevolg van een investering
- Subsidies en inkomensoverdrachten: betreft de lastneming van subsidies en daarnaast bijdragen aan met name andere overheidsinstellingen
- Overige lasten: betreft de lasten die niet gerekend worden tot de hiervoor genoemde categorieën. Dit betreft o.a. uitgaven voor planmatig en groot onderhoud, externe inhuur, beleidsmatige onderzoeken, software licenties, stortingen in voorzieningen, afwaarderingen van aangekochte gronden, te betalen belastingen, gas/water/licht, en diverse overige uitgaven.
De categorie 'subsidies en inkomensoverdrachten' vormt een omvangrijk deel van de provinciale begroting. In
deze categorie zijn de lasten begroot van subsidies, waaronder de concessie voor het openbaar vervoer.
Daarnaast zijn hierin ook de bijdragen opgenomen die de provincie verstrekt aan andere overheidsinstellingen, zoals de omgevingsdiensten. Dergelijke bijdragen worden in de verslaggevingsregels (Iv3) aangeduid als 'inkomensoverdrachten'.