Wat heeft de provincie financieel gepresteerd?
In 2023 heeft de provincie in totaal € 933 mln uitgegeven om de ambities die de provincie zich gesteld heeft te verwezenlijken. Dit bedrag is opgebouwd uit € 788 mln aan exploitatielasten en € 145 mln aan investeringsuitgaven die in toekomstige jaren tot kapitaallasten zullen leiden. De afname in de investeringsuitgaven ten opzichte van voorgaande jaren wordt verklaard door de afronding van de werkzaamheden aan twee grote delen van de Rijnlandroute.
Inzicht in de lasten
De € 788 mln aan lasten in de exploitatie zijn verantwoord in de Ambities 1 t/m 7 en de overzichten Organisatie en Algemene middelen.
De lasten in de exploitatie zijn onderverdeeld naar vier categorieën zoals die voor het laatst zijn gepresenteerd in de Najaarsnota:
- Arbeidskosten: betreft de loonkostenformatie zoals opgenomen onder A in de paragraaf Arbeidscapaciteit
- Kapitaallasten: betreft de kapitaallasten als gevolg van een investering
- Subsidies en inkomensoverdrachten: betreft de lastneming van subsidies en daarnaast bijdragen aan met name andere overheidsinstellingen
- Overige lasten: betreft de lasten die niet gerekend worden tot de hiervoor genoemde categorieën. Dit betreft o.a. uitgaven voor planmatig en groot onderhoud, externe inhuur, beleidsmatige onderzoeken, software licenties, stortingen in voorzieningen, afwaarderingen van aangekochte gronden, te betalen belastingen, gas/water/licht, en diverse overige uitgaven.
Inzicht in voorspellend vermogen van de lasten
Met het ‘voorspellend vermogen’ geven we aan in welke mate de werkelijke lasten zich verhouden tot de begrote lasten. Dit wordt uitgedrukt in een percentage. In lijn met voorgaande jaren wordt dit afgezet tegen de richtwaarde van 95%.
Onderstaand figuur toont voor de jaren 2019 tot en met 2023 het voorspellend vermogen van de werkelijke lasten ten opzichte van de primaire begroting en de bijgestelde begroting. Voor 2023 is het voorspellend vermogen 94% ten opzichte van de bijgestelde begroting. Dit is iets lager dan de richtwaarde van 95%. Een belangrijke verklaring hiervoor betreft de lastneming van verstrekte subsidies waarvan de prestaties in 2024 of later worden geleverd, waardoor die lasten niet (volledig) in de jaarrekening 2023 worden verantwoord. In de bijgestelde begroting kon dit niet in alle gevallen worden verwerkt, omdat we hiervoor afhankelijk zijn van voortgangsinformatie van de subsidieontvangers die veelal pas later in het jaar wordt ontvangen.
Inzicht in de baten
In 2023 heeft de provincie € 841 mln aan baten ontvangen. Deze worden met name verantwoord in het overzicht Algemene middelen (provinciefonds en opcenten motorrijtuigenbelasting) en in beperkte mate in de verschillende ambities. Onderstaand overzicht toont de baten naar verschillende categorieën.
Investeringen
Inzicht in de ontvangsten (investeringen)
Naast bovenstaande baten in de exploitatie heeft de provincie in 2023 ook bijdragen van derden op investeringsprojecten verantwoord van bijna € 112 mln. Dit betreft met name een deel van de totale Rijksbijdrage aan de Rijnlandroute en enkele ontvangen bijdragen voor N-wegen.
Inzicht in de ontwikkeling van de investeringsuitgaven
Een door Provinciale Staten vastgesteld investeringskrediet kent een budgetplafond en een einddatum waarop het project naar verwachting gereed zal zijn. Voor veel investeringskredieten, met name bij bereikbaarheid, geldt dat de looptijd van het krediet betrekking kan hebben op meerdere jaren. Op basis van de projectplanning wordt vervolgens per investeringskrediet geraamd welke bedragen (uitgaven) in welk jaar worden verwacht. Op basis van voortschrijdend inzicht via de verschillende ambtelijke voortgangsrapportages worden de ramingen van de uitgaven en inkomsten per jaarschijf bijgesteld, waarbij het totaal van het kredietbudget en de vastgestelde einddatum niet worden overschreden. Indien dat laatste wel het geval is, dan vindt hierover expliciete besluitvorming plaats door Provinciale Staten.
In de originele begroting 2023 was een raming opgenomen van in totaal € 302 mln aan uitgaven op investeringsprojecten. Hiervan had het grootste deel betrekking op investeringen met maatschappelijk nut, met name (vaar)wegen en openbaar vervoer. Via de tussentijdse bijstellingen op die originele begroting zijn in de Voorjaarsnota 2023 (-/- € 50 mln) en de Najaarsnota (-/- € 60 mln) deze investeringsuitgaven bijgesteld en geraamd voor toekomstige jaren. Deze bijstellingen hadden onder andere betrekking op de herfasering van uitgaven van toekomstige (nieuwe) investeringsprojecten en de reeds door PS vastgestelde kredieten voor het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden Centraal Station-Noordwijk, grootschalig onderhoud aan de N468, grootschalig onderhoud aan diverse vaarwegen, en de N207 Passage Leimuiden fase 2 en de N211 Wippolderlaan.
De bijgestelde investeringsraming van uitgaven voor het jaar 2023 bedroeg daarmee afgerond € 190 mln, terwijl er € 148 mln is gerealiseerd. Het verschil betreft investeringsuitgaven die niet in 2023 zijn gedaan, maar in het jaar 2024 (of later) zullen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan betreft geraamde uitgaven voor wegenprojecten (zoals het aanleggen van nieuw asfalt) die niet in december 2023 zijn uitgevoerd, maar in het eerste kwartaal van 2024. Mocht dit tot een vertraging in de oplevering van een project leiden, dan wordt Provinciale Staten daarover geïnformeerd bij de Voorjaarsnota 2024.