Inleiding
Daar waar onze provinciale ambities overlappen met EU-beleid, vormen EU-subsidies een belangrijke financieringsbron voor de realisatie hiervan. Deze paragraaf biedt een overzicht van de stand van zaken van alle EU-subsidieprogramma’s waarbij de provincie een formele rol vervult én alle EU gefinancierde projecten waaraan de provincie zelf als partner deelneemt. De verantwoording van de inhoudelijke resultaten van de besteding van EU-middelen en deelname aan EU-projecten verloopt via de corresponderende beleidsambities, zoals opgenomen in deze jaarstukken.
De mate waarin de provincie bij het verwerven van EU-subsidies is betrokken verschilt per programma. Bij de meeste programma’s heeft de provincie weinig tot geen invloed op hoe de middelen worden besteed, maar er bestaan ook EU-subsidieprogramma’s waar de provincie zelf op de middelen stuurt. Er zijn vier rollen voor de provinciale betrokkenheid te definiëren, die hieronder beknopt staan omschreven.
1. Beslisser
Bij een aantal EU-subsidieprogramma’s voert de provincie regie op het programma en beslist zij zelf over de besteding van de beschikbare middelen. Binnen de kaders van het betreffende EU-subsidieprogramma kan de provincie zelf de subsidieopenstellingen vormgeven. De EU-middelen binnen deze programma’s vormen daarmee een aanvulling of multiplier op de beschikbare provinciale middelen voor de realisatie van beleidsambities.
2. Adviseur
De provincie bekleedt bij verschillende Interregprogramma’s een adviesfunctie in de uitvoering van het programma. De provincie stuurt niet direct op de middelen binnen deze programma’s, maar treedt op als liaison tussen het programma en de partners in het veld. Hierdoor is sprake van betrokkenheid bij de werving en selectie van projecten binnen deze programma’s.
3. Aanjager in de regio
Om als regio optimaal gebruik te maken van de financieringsmogelijkheden die de EU biedt, stimuleert en ondersteunt de provincie externe partners bij het verwerven van EU-middelen. Dit doet de provincie o.a. door het aanbieden van een EU-academie, een cofinancieringsregeling, een call kalender en het organiseren van een Regionaal Afstemmingsoverleg Europese Fondsen (RAEF).
4. Deelnemer aan EU-projecten
De provincie kan als organisatie ook zelf subsidie aanvragen bij EU-subsidieprogramma’s voor de uitvoer van bepaalde activiteiten. Hiervoor moet de provincie als partner deelnemen aan een project.
In de provinciale jaarrekening worden de totale baten van EU-subsidies maar in beperkte mate zichtbaar. Veruit de meeste EU-subsidiemiddelen uit de monitor raken de provinciale begroting niet. Om dit totaal toch inzichtelijk te maken, laat de provincie jaarlijks de EU-subsidiemonitor opstellen. Deze EU-subsidiemonitor laat zien hoeveel middelen uit de verschillende programma’s in Zuid-Holland per opgave landen én aan welke maatschappelijk thema’s deze middelen worden besteed. De provincie publiceerde in januari de eerste EU-subsidiemonitor voor de periode 2021-2027 (peildatum 1-9-2023).
Uit de EU-subsidiemonitor blijkt dat in de eerste twee jaar van deze periode 434 unieke Zuid-Hollandse partijen hebben deelgenomen aan 1.076 EU-projecten. Gezamenlijk hebben deze partijen ruim € 868 mln aan EU-middelen ontvangen. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van het Zuid-Hollands aandeel van hetzelfde jaar in de vorige programmaperiode 2014-2027. Zo is het bedrag bijna verdubbeld en het aantal projecten met de helft gestegen, terwijl de middelen beschikbaar vanuit de EU ongeveer gelijk zijn gebleven. De stijging is voornamelijk het resultaat van grotere deelname aan het HORIZON programma waar Zuid-Hollandse kennisclusters als Delft, Leiden en Rotterdam traditioneel sterk in zijn. Dit programma richt zich voornamelijk op fundamenteel onderzoek en innovatie. Daarnaast is het Innovatie Fonds, dat zich vooral richt op investeringen in innovatieve koolstofarme technologieën, een belangrijk fonds voor Zuid-Hollandse partijen deze programma periode.