Bijlage 1 Toelichting Reserves

De provincie ontvangt jaarlijks via de provinciefondsuitkering middelen voor de openbaar vervoerconcessies, de stimulering en verduurzaming van mobiliteit en regionale infrastructurele projecten. Het jaarlijkse resultaat van de ontvangen bijdrage en de verantwoorde lasten wordt verrekend met de reserve.

Ultimo 2023 bedraagt de omvang van de reserve € 103,6 mln en daalt naar € 63,0 mln per ultimo 2038. Van dit saldo is ultimo 2038 € 50,0 mln vrij inzetbaar.

De onttrekking aan de reserve bedraagt € 22,5 mln waarvan € 2,7 mln als resultaat van de Beleidsdoelen 2-1 en 2-3. De totale onttrekking bestaat op hoofdlijnen uit:

• Transitiebijdrage concessie HWGO € 0,8 mln
• Transitiebijdrage concessie personenvervoer over water € € 1,9 mln
• Bijdrage realisatie 2e poton Willemskade € 0,4 mln
• Dekking aankoop & reparatie autoveer De Blankenburg € 1 mln
• Afkoop beheer & onderhoud regionale infrastructuur € € 3 mln
• Interne bijdrage aan financiële ruimte inzake compensatie prijsinflatie ov-concessies € 7,9 mln
• Aanpassen diverse exploitatie-budgetten mobiliteit € 1,3 mln.
• Transitiebijdrage concessie treindienst Alphen-Gouda € 0,9 mln.
• Bijstelling budget 20 waterstofbussen € 0,5 mln.
• Dekking projectkosten nieuwe treinen MLL € 0,8 mln.
• Bijdrage aan concessiehouders inzake derving reizigersinkomsten (Amendement A577/A578) € 0,7 mln
• Diverse subsidiebudget bijstellingen € 0,6
• Resultaat Ambitie 2 € 2,7

De storting in de reserve bedraagt € 6,6 mln, Deze storting bestaat op hoofdlijnen uit:

• Ontvangst Rijksbijdrage gedragsbeïnvloeding € 3,8 mln
• Bijstelling subsidiebudget voor regionale & provinciale (spoor)infrastructuur € 2,0 mln.
• Bijstelling subsidiebudget Duurzaam Veilig € 0,4 mln.
• Bijstelling budget 20 waterstofbussen € 0,4 mln.

Het totaal bedrag van € 40,0 mln aan beklemde middelen heeft betrekking op diverse reeds genomen besluiten waarbij besloten is om in de dekking van de kosten te voorzien door middel van een bijdrage uit de reserve Mobiliteit. De financiële gevolgen van deze besluiten hebben betrekking op de periode 2024 tot en met 2038.