Wat hebben we daarvoor gedaan?
Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, vertaalden we elk beleidsdoel in een aantal beleidsprestaties. Die beschrijven we hieronder.
Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid
Beleidsprestatie 7-1-1 Bevorderen van gezonde luchtkwaliteit
Uitvoering Schone Lucht Akkoord
Het Schone Lucht Akkoord (SLA) sluit nauw aan op de ambities van de provincie voor luchtkwaliteit. Beide streven ernaar de advieswaarden van de World Health Organization (WHO) te behalen, zoals die in 2019 golden. In het programma Luchtkwaliteit heeft de uitvoering van het SLA dan ook een belangrijke rol.
De uitvoering vindt plaats door:
- Actieve begeleiding van de uitvoering van staand beleid, dat een positieve invloed heeft op de luchtkwaliteit. We zoeken vooral de samenwerking met de beleidssectoren Industrie, mobiliteit (wegverkeer en binnenvaart) en energie;
- Samenwerking met de SLA-partners;
- Regionale samenwerkingsverbanden binnen de provincie;
- Aanvullende maatregelen voor de luchtkwaliteit.
Binnen diverse beleidssectoren van de provincie vinden maatregelen plaats die een effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit. We zorgen ervoor dat deze maatregelen zoveel mogelijk positief daaraan bijdragen. Een belangrijk deel van de uitvoering van SLA-maatregelen vindt plaats door, of in samenwerking met, andere overheden. Wij blijven het onderwerp actief onder de aandacht brengen bij de andere overheden. Daarnaast ondersteunen we de gemeenten binnen Zuid-Holland waar mogelijk. Binnen de provincie hebben wij daar regionale samenwerkingsverbanden tussen gemeenten voor opgezet, ook met gemeenten die het SLA niet hebben ondertekend. Hiermee ondersteunen wij de gemeenten bij het opstellen en uitvoeren van luchtkwaliteitsbeleid. In de regio Haaglanden verkenden we in een aantal bijeenkomsten de mogelijkheden tot samenwerken. Dit deden we in samenwerking met ODH en GGD-haaglanden. We zochten uit welke voorwaarden er nodig zijn voor het invoeren van scherp vergunnen bij luchtuitstoot van stikstofdioxide (NO2) en fijnstof. Dit deden we in samenwerking met de gemeente Rotterdam en de DCMR. Op het vlak van scherper vergunnen ondersteunden we provincies en omgevingsdiensten met verschillende cursussen. Verder zetten we een kenniscentrum voor ‘citizen science’ en participatie op. Ze ondersteunden we burgerinitiatieven, kennisinstituten en overheden in hun samenwerking.
Geur
Met de komst van de Omgevingswet veranderden bevoegdheden voor geurhinderbeleid voor gemeenten en provincies. In IPO-verband bekeken we in 2023 welke rol de provincie kan innemen onder de Omgevingswet. Daarnaast werkten we aan een beleidsarme aanpassing van het geurhinderbeleid. Gedeputeerde Staten stelden deze aanpassing vast. Daardoor kunnen we de beleidsregels onder de Omgevingswet blijven gebruiken voor vergunningverlening bij bedrijven waar de provincie bevoegd gezag voor is.
Varend ontgassen
In 2015 stelden we een provinciaal verbod op varend ontgassen door binnenvaartschepen vast. De omgevingsdiensten voeren het toezicht op en handhaving van dit verbod uit. De meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond vervult hierbij een afstemmende rol.
Sinds 2018 ontvingen we verschillende handhavingsverzoeken van inwoners. Na afwijzing van deze verzoeken zijn gerechtelijke procedures gestart. De rechtbank Den Haag gaf in oktober 2022 in de meest recente uitspraak aan dat we onvoldoende inspanningen leveren voor toezicht en handhaving.
Naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak zijn onze inspanningen geëvalueerd en passen we het protocol aan. Ook versterken we de samenwerking met landelijke uitvoeringsdiensten, zoals de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Tijdens het Bestuurlijke Overleg op 20 november 2023 stelden de betrokken partijen (Rijk, provincies en marktpartijen) de Roadmap vast. Deze roadmap beschrijft de acties die nodig zijn als voorbereiding op het van kracht worden van het landelijke verbod op 1 juli 2024.
We richten ons vooral op de taken die binnen de provinciale bevoegdheden vallen: vergunningverlening van de installaties die nodig zijn voor het gecontroleerd ontgassen van binnenvaartschepen. De DCMR voert op dit moment verkennende gesprekken met bedrijven en eigenaren van ontgassingsinstallaties over het aanvragen van vergunningen.
Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder
Het Actieplan Geluid 2018-2023 langs provinciale wegen is uitgevoerd; de middelen zijn in 2023 geheel uitgeput. We hadden met een groot aantal geluidgehinderden contact; in veel gevallen is geluid een belangrijke, maar niet de enige oorzaak van een verminderde leefomgevingskwaliteit.
Uit onderzoek blijkt dat de maatschappelijke geluidsproblematiek 2 belangrijke componenten kent: slaapverstoring (hoeveel geluid dringt door tot in de slaapkamer) en geluidhinder. De laatste is deels in beeld te brengen op basis van nieuwe meetvormen en deels op te lossen met investeringen in de leefomgevingskwaliteit. Psycho-akoestiek is hierbij belangrijk: hoe ervaart men geluid?
Het programma Havengeluid en Omgeving, gericht op integratie van nestgeluid in de ruimtelijke planvorming, begint vorm te krijgen. Er is een tijdelijke werkwijze opgesteld voor de berekening van nestgeluid. Dit is ook opgenomen in een geactualiseerd regionaal afsprakenkader geluid en ruimtelijke ontwikkeling (RAK). Uiteindelijk richt het programma Havengeluid en Omgeving zich ook op het opstellen van geluidproductieplafonds rond de havenindustriegebieden, als deel van de uitvoering van NOVEX Haven. Het houdt daarbij rekening met de verandering van de industrie, woningbouw én verbetering van de leefomgeving rond de haven. Alle relevante partijen (en inwoners) worden bij het programma betrokken.
Voor de implementatie van geluidwetgeving (SWUNG2) is de geluidmodellering en alle relevante inputdata verzameld in afwachting van de definitieve verkeersgegevens uit 2023. De daarop gebaseerde geluidproductieplafonds leggen we in 2024 aan PS voor.
Het burgermeetnet rond Rotterdam The Hague Airport werkt. De eerste meetresultaten verwachten we begin 2024. Onder ander in NOVEX Schiphol-verband, maar ook in het kader van de aangekondigde stelselwijziging luchtvaartlawaai, heeft veel overleg met het Rijk (als bevoegd gezag) plaats gevonden.
Voor stiltegebieden spelen met enige regelmaat klachten. Overtreders worden aangesproken en gewaarschuwd voor herhaling.
Beleidsprestatie 7-1-3 Voorkomen van risico’s door ongevallen met gevaarlijke stoffen (transport/industrie)
In 2023 rondden we de voorbereiding op de Omgevingswet af. Met het project ‘Externe veiligheid: ronde langs de gemeenten’ brachten we bij alle gemeenten in de provincie externe veiligheid onder de aandacht. Tegelijkertijd haalden we input op voor het aanpassen van de veiligheidsartikelen in het omgevingsbeleid. Ook actualiseerden we de beleidsregels externe veiligheid voor vergunningverlening en provinciale inpassingsplannen. We pasten ze aan zodat ze beter aansluiten op de Omgevingswet.
De provincie zette zich in voor veilig vervoer van gevaarlijke stoffen, met name over het spoor. We leverden hiervoor, net zoals in 2022, bijdragen aan landelijke werkgroepen onder leiding van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). Ook zetten we vol in op de lobby naar Tweede Kamerleden over dit onderwerp. Daarnaast lieten we een onderzoek uitvoeren naar de juridische mogelijkheden de route van gevaarlijke stoffen over het spoor te bepalen. Deze resultaten betrokken we bij de overleggen met het ministerie.
Bij de ruimtelijke plannen van gemeenten keken we, of de risico’s van activiteiten met gevaarlijke stoffen voldoende zijn meegewogen in de besluitvorming. Vanwege onvoldoende bescherming op het gebied van externe veiligheid dienden we enkele zienswijzen op ruimtelijke plannen in. Als gevolg daarvan verduidelijkten de gemeenten hun afweging. In sommige gevallen volgden er extra maatregelen om de externe veiligheid te bevorderen. Daarnaast waren er verschillende werkgroepen en overleggen over maatschappelijke ontwikkelingen. Daar nam de provincie actief aan deel, en gaf advies. Denk hierbij aan de energietransitie, risico’s van het reduceren aan de bron, maatregelen nemen in de omgeving van risicovolle activiteiten, en risicovolle activiteiten verantwoord combineren. In het kader van de energietransitie zorgde het ammoniakvraagstuk voor veel werk. We dachten mee over een landelijke visie op waterstofdragers en waren actief betrokken bij het NOVEX-traject Rotterdamse Haven. Daardoor is veiligheid nu een prominent onderdeel van het ontwikkelperspectief.
De provincie zette in IPO-verband de samenwerking voort in het landelijke Meerjarenprogramma versterking omgevingsveiligheid (MVO). Als verbindende schakel tussen de omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s, organiseerde de provincie netwerkbijeenkomsten met de uitvoerende diensten. Dit zorgde ervoor dat zij elkaar beter konden vinden en dat er nieuwe samenwerkingen ontstonden op het gebied van omgevingsveiligheid.
Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwatersysteem
Voortgang spoedlocaties bodemsanering
Vanaf 2020 loopt er nog een opgave van langdurige saneringen én locaties die nog in de planfase zitten. In 2023 richtten veel inspanningen zich op de aanpak van 3 complexe spoedlocaties met uiteenlopende belangen van meerdere betrokkenen. Van deze locaties gaan er in 2024 naar verwachting 2 de uitvoeringsfase in. In 2023 zijn enkele locaties afgehandeld maar er zijn ook nieuwe bijgekomen. Er resteren op 1 januari 2024 nog 37 spoedlocaties bodemsanering.
In 2023 rondden we de werkzaamheden voor de aanpak van diffuus lood in de bodem grotendeels af. We werkten aan de overdracht van dit dossier aan gemeenten die dossierhouder zijn onder de Omgevingswet. Daarnaast startten we de voorbereiding voor een bodemsanering op een volkstuincomplex. Voor PFAS is gewerkt aan het bronnenonderzoek: het effect van PFAS afkomstig uit de zee, het inzichtelijk maken van PFAS in de bodem, en de juridische positie van de provincie bij het onderwerp PFAS onder de Omgevingswet.
Nazorglocaties bodem
De omgevingsdiensten beheerden in 2023 in opdracht van de provincie 14 nazorglocaties met actieve nazorg waarvoor de provincie (financieel) verantwoordelijk voor is. Ook in 2023 verkenden we hoe we de intensiteit van nazorg kunnen worden afbouwen of beëindigen. Daarin boeken we vooruitgang. In 2023 is op 1 locatie de actieve nazorg definitief beëindigd. De verwachting is dat we in de komende jaren ook bij een aantal andere nazorglocaties de nazorg volledig kunnen beëindigen. Voor een aantal locaties is afbouw niet mogelijk. Daar blijft nazorg nog langdurig nodig.
Integrale 3D-Ordening
De provincie adviseert gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten bij ruimtelijke processen én ‘water en bodem sturend’ met integrale 3D-Ordening, als instrument in de Zuid-Hollandse praktijk. In 2023 ging het netwerk in de 5 regio’s verder. Het werd sterker en breder, met name vanuit de behoeften van de 5
omgevingsdiensten. Hierbij is een productflyer gemaakt over ‘water en bodem sturend'. Deze gaan we in 2024 gebruiken. Op basis hiervan kunnen gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten `structurerende keuzes ’inbrengen aan de omgevingstafel.
Waarden van de ondergrond
In 2023 voerden we een vervolgproject aardkundige waarden uit voor een aantal gemeenten in het gebied van Midden-Holland. Het resultaat is een storymap (een uitgebreide beschrijving met kaarten) voor dit gebied. We maakten de storymap om de bewustwording en kennis over aardkundige waarden te vergroten. Daarnaast bieden we hiermee handvatten voor beleid om aardkundige waarden te beschermen, te benutten en/of meer beleefbaar te maken. Ook kan de storymap gebruikt worden bij de uitwerking van ‘Water en Bodem Sturend’. De omgevingsdiensten voeren voor geheel Zuid-Holland in 2024 een actualisatie van de aardkundige waarden uit.
Bodemenergieplannen als middel voor inrichting en benutting van de ondergrond
De provincie stimuleert dat gemeenten bodemenergieplannen laten opstellen. Deze plannen richten zich vooral op de benutting van warmte-koudeopslag. Maar in het plangebied worden ook andere functies in kaart gebracht. De provincie verleent op basis van een dergelijk plan de vergunningen voor de open bodemenergiesystemen (deze taak is gemandateerd aan de Omgevingsdienst Haaglanden). In 2023 werkten we met de maatschappelijke partners aan verschillende plannen die nu worden uitgevoerd. Bovendien begonnen we met een evaluatie van in de afgelopen jaren opgestelde bodemenergieplannen. Deze evaluatie ronden we in 2024 af.
Conflicterend ondergronds gebruik
Voor vergunningen binnen de Mijnbouwwet heeft de provincie een wettelijke taak om advies aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) uit te brengen (aardwarmte, gas- en oliewinning). Op 1 juli 2023 veranderde de Mijnbouwwet voor geothermie. De punten waarop de provincie mag adviseren bij een aanvraag geothermie zijn: planmatig gebruik van de ondergrond, grondwaterkwaliteit en -kwantiteit en relatie met provinciale/regionale warmtebeleidsplannen. In 2023 gaven we 8 adviezen op het gebied van de Mijnbouwwet. In de Leidse regio verleende het ministerie van EZK 4 opsporingsvergunningen in grondwaterbeschermingsgebieden, of in gebieden die daar in de nabije toekomst voor gebruikt kunnen worden. De provincie maakte hiertegen bezwaar, maar het bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. De provincie werd als niet-belanghebbende aangemerkt. Hiertegen tekenden we beroep aan. In 2023 waren hierover geen ontwikkelingen. De behandeling vindt in 2024 plaats.
Nazorg Wet milieubeheer (Wm)-stortplaatsen
De werkzaamheden met betrekking tot de gesloten Wm-stortplaatsen voerden we in lijn met de plannen uit. De uitvoeringskosten zijn voor het nazorgfonds. Het nazorgfonds heeft een eigen jaarverslag waarin ze nader ingaat op uitvoering en financiën.
Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving, uitgevoerd door de ZH omgevingsdiensten
- We zetten het instrumentarium VTH in voor een veilige en gezonde leefomgeving. Met name op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen). Dit deden we binnen de kaders van de nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2018-2021.Het instrumentarium VTH reguleert de bedrijven en activiteiten die onder bevoegd gezag van GS vallen. Door de inzet hiervan ondersteunden we de beleidsambities zoals de energietransitie, circulaire economie en het Schone Lucht Akkoord.
- We monitorden de uitvoering van gemandateerde taken door omgevingsdiensten. Waar nodig gaven we sturing om de doelstellingen van de Nota VTH te halen. We informeerden PS over de afwijkingen.
- Om informatie beter en makkelijker te kunnen ontsluiten en delen, digitaliseren we het werkveld verder. Bij vergunningverlening werkten we verder aan de uitvoering van het ontwikkelprogramma Altijd Actuele Digitale Vergunning. We werkten aan de uitrol bij de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten. Daarnaast haakten we aan bij landelijke ontwikkelingen.
- We voerden samen met de omgevingsdiensten inventarisaties uit bij bedrijven van ZZS en in de afvalverwerking. Daarnaast actualiseerden we vergunningen. Dit alles om de uitstoot van (mogelijk) zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) naar lucht, water en bodem te voorkomen. Daarnaast overlegden we met het Rijk over regelgeving en onderzoek naar hoogwaardig hergebruik van ZZS-houdende materialen, en de vermindering van ZZS-houdend afval. We voorzagen de Tweede Kamer van informatie over ZZS.
- Naar aanleiding van de debatten over Chemours startten we met de uitvoering van de aangenomen moties en toezeggingen.
- In het kader van de circulaire economie brachten we knelpunten en kansen in het afvaldomein in kaart. Ook bouwden we kennis op rond het juridische afval-begrip.
- In het kader van de gezamenlijke doorontwikkeling van de 5 omgevingsdiensten in Zuid-Holland, stimuleerden we kennisuitwisseling met en tussen omgevingsdiensten. Ook bevorderden we de verdergaande samenwerking. Deze gezamenlijke doorontwikkeling richt zich op arbeidsmarkt, informatievoorziening en digitalisering, kennisdeling en -ontwikkeling op het gebied van milieucriminaliteit, circulaire economie en energie.
- De 5 Zuid-Hollandse omgevingsdiensten startten samen met de provincie een intensieve samenwerking op het gebied van administratief toezicht.
- In IPO verband droegen we actief bij aan het Interbestuurlijk programma dat zich richt op verbetering van het landelijke stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving onder leiding van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Zo leverden we projectleiders voor het opstellen van een modelmandaat voor omgevingsdiensten. We dachten mee over kennisdeling in relatie tot privacy en de digitale systemen om gegevens uit te wisselen, en het ontwikkelen van regionale VTH-programmering op omgevingsdienst-niveau.
- De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2024-2027 is vastgesteld. Daarmee is het VTH-instrumentarium en VTH-beleid aangepast om tegelijkertijd met de Omgevingswet van kracht te worden. Ook communiceerden we in- en extern over de komst van de Omgevingswet.
Beleidsprestatie 7-1-6 Samenhangend beleidskader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie
Gezondheid is een groot goed. Verschillende elementen in de leefomgeving hebben invloed op de gezondheid. Om die reden streeft de provincie naar een gezonde en veilige leefomgeving. Een omgeving die inwoners als prettig ervaren, uitnodigt tot gezond gedrag en beschermt tegen negatieve invloeden. Zoals luchtvervuiling, bodemverontreiniging, veiligheidsrisico’s, geluid, wateroverlast en hittestress. We hebben aandacht voor kwetsbare groepen en wijken.
In de startnotitie ‘Gezond en veilig’ formuleerden we de ambitie dat in al het provinciale beleid gezondheid en veiligheid een plek krijgt. Dit vraagt om een vernieuwende en gecoördineerde beleidsaanpak. Daarbij zien we bestaand beleid in samenhang met gezondheid.
Om te verkennen hoe gezondheid een plek kan krijgen in het provinciale beleid, richtten we voor de coalitieperiode 2020-2023 het ontwikkelprogramma ‘gezond en veilig’ in. Van dit ontwikkelprogramma was 2023 het laatste jaar. In dit jaar voerden we verschillende activiteiten uit. In de eerste plaats verankerden we gezondheid in verschillende beleidsopgaven. Zo is in de agenda ‘natuurinclusief’ gezondheid als een belangrijke koppelkans opgenomen. Ook droegen we vanuit het team ‘Gezondheid’ bij aan het team Toekomstbestendig Bouwen. Daarnaast schonken we bij het toekomstonderzoek rond brede welvaart ook aandacht aan gezondheid. In de tweede plaats zijn er verschillende concrete projecten uitgevoerd. Zo leidde een subsidieregeling voor schoolpleinen tot het vergroenen en gezonder maken van pleinen met een duidelijke wijkfunctie. En startte een programma voor het vergroenen en gezonder maken van bedrijventerreinen. Ten slotte gebeurde er in het kader van het ontwikkelen van de kennis en het netwerk veel: we verstrekten subsidie voor het vergroenen en gezond maken van schoolpleinen, en er is een healthy society map opgesteld. Deze stelt kaartmateriaal met gezondheidsdata beschikbaar aan ambtenaren en wetenschappers, en verbindt deze met interventies om gezondheid te vergroten. Het netwerk Gezond Verstand organiseerde een festival en een ambassadeursdiner, en samen met de GGD-en een aantal bijeenkomsten. Deze uitkomsten benutten we voor het vervolgprogramma over gezond en welzijn, dat in 2024 zal worden opgesteld.
Beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving
Beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie
Algemeen
Het in 2022 samen met de partners (overheden, terreinbeheerders, belangenvertegenwoordigers) opgestelde Recreatieperspectief Zuid-Holland 2030 is vastgesteld. Naast het benoemen van de grote waarde van recreatie, brengt het perspectief de recreatieve kwaliteiten van Zuid-Holland in beeld. Ook schetst het de belangrijkste opgaven en kansen op het gebied van buitenrecreatie op de middellange termijn (2030). Daarnaast geeft het richting aan de aanpak van deze opgaven. Het biedt handvatten om de recreatieve opgave op de agenda te krijgen bij programma’s in het fysieke domein (zoals woningbouw, energietransitie, mobiliteit, klimaatadaptatie, Ruimtelijke Puzzel en het Zuid-Hollands Programma voor het Landelijk Gebied) bij Rijk, provincie en gemeenten. Zo kunnen recreatiemogelijkheden worden meegenomen in uitvoeringsprojecten.
Recreatie
Via de middelen van de kwaliteitsimpuls recreatie ondersteunden we diverse projecten voor o.a. het inrichten van waterspeelplaatsen, de ontwikkeling van nieuwe gebieden en structuren, en het aantrekkelijker maken van bestaande gebieden en structuren. In 2023 ontvingen 6 projecten subsidie,
Recreatiegebieden
Volgens de afspraken om diverse Natuur- en recreatieschappen tot en met 2025 met een begrotingssubsidie in het beheer van en toezicht in de gebieden te ondersteunen, verstrekten we hen in 2023 een subsidie. Via de nieuwe Subsidieregeling beheer recreatiegebieden kenden we aan 5 nieuwe partijen subsidie toe.
We evalueerden dit eerste deel van de regeling en werken de verbeterpunten in 2024 verder uit.
Voor de recreatiegebieden, die nog in provinciale eigendom zijn, voerde Staatbosbeheer het beheer uit.
- Vlietland: Langs de Meeslouwerplas is een wandelpad opgeknapt, waardoor weer een ronde om de plassen gelopen kan worden. Dit was sinds de problemen met de oevers in 2004 niet meer mogelijk. In overleg met de betrokken gebiedspartijen voerden we maatregelen in het bosbeheerplan versneld uit. Dit vanwege de kwaliteit van de bossen. Om het grote aantal recreanten in de zomer op te vangen, troffen we maatregelen. Denk hierbij aan extra vuilcontainers op drukke dagen en speciale bbq-bakken. Deze laatste waren dringend nodig vanwege brandgevaar. Het eerste traject geluidsvoorziening is aangeplant. Hiermee zetten we de eerste stap voor de geluidsvoorzieningen. In 2023 ontvingen we nog geen reactie op de ingediende zienswijze op het ontwerp bestemmingsplan Doorontwikkeling Vlietland Noord van de gemeente Leidschendam-Voorburg.
- Bentwoud: We startten met het uitwerken van het ontwikkelperspectief tot een uitvoeringsprogramma. Naast de reguliere beheerwerkzaamheden voerden we boswerkzaamheden uit, en vervingen we bebording. Ook maakten we een start met de aanleg van een MTB-route in het Bentwoud.
- We rondden het RodS-project Groenzoom in 2023 af.
Participatie
We gingen door met de programma's De Groene Motor (vrijwilligers/ZHL), Mens en Natuur (IVN) en Groen doet goed. De regeling Zelfdoen (uitgevoerd door ZHL) voerden we in 2023 niet uit. Maar in 2024 zetten we deze alsnog in om specifieke doelgroepen te betrekken bij groenbeleving.
Sport en bewegen
Om het sportief en recreatief ongeorganiseerd bewegen in de publiek toegankelijke buitenruimte te stimuleren, ondersteunden we in 2023 diverse hierop gerichte grotere projecten. Via Team Sportservice Zuid-Holland ondersteunden we ook veel kleinere initiatieven die gericht zijn op het beweegvriendelijker inrichten van de publiek toegankelijke buitenruimte.
In het Toekomstonderzoek Beweegvriendelijk Zuid-Holland dat in 2023 is afgerond, werkten het Mulier Instituut (sport en bewegen), Kennisplatform CROW (bereikbaarheid) en Molster Stedenbouw (ruimte en bewegen) samen. Dit met als doel om te komen tot een beweegvriendelijker Zuid-Holland waarin meer van onze inwoners meer bewegen, zowel functioneel, recreatief als sportief. In 2023 was de drukbezochte slotsessie van dit onderzoek waarop de aanbevelingen door de onderzoekers zijn gepresenteerd. Hierna vond een bestuurlijk debat hierover plaats.
Daarnaast namen we ook in 2023 deel aan het Innovatieprogramma Active Living. Hierin werken een aantal provincies, ministeries en de Radboud Universiteit samen. Zij doen dit om meer zicht te krijgen op de beweeg- en gezondheidswinst van ingrepen in de buitenruimte. Verschillende door de provincie ondersteunde projecten (Rondje Hillegom, Reewegpark Dordrecht en Gezond Natuurwandelen) worden in 2023 en 2024 onderzocht op beweeg- en gezondheidswinst.
In 2023 zetten we de samenwerking met het jeugdfonds Sport en cultuur voort om zo sportdeelname te bevorderen.
Verder verstrekten we in 2023 subsidies om side-events, als onderdeel van hoofdsportevenementen, mogelijk te maken. Dit richt zich op groepen die in sportdeelname achterblijven. Ook verstrekten we subsidies om gehandicaptensport te stimuleren via het Fonds Gehandicaptensport.
We startten met 2 pilots. Dit was in lijn met een van de aanbevelingen uit het Mulier Onderzoek (spreiding Sportaccommodaties in Zuid-Holland 2022): nagaan welke rol de provincie zou kunnen spelen op het gebied van bovenlokaal en regionaal accommodatiebeleid:
- Verkennend onderzoek naar de toekomst van de schaatsaccommodaties in Zuid-Holland. Met medewerking van de schaatsbond en het Schaatsbelang Zuid-Holland.
- Verkennend onderzoek naar het beter maken en eventueel vergroten van Sportpark Vlietzoom (in samenwerking met de gemeenten Den Haag en Leidschendam-Voorburg).
Recreatieve routenetwerken
- Het onderzoek naar draagvlak voor een centrale beheerorganisatie voor het beheer en onderhoud van de routenetwerken is afgerond. Uit het onderzoek komt naar voren dat er voldoende draagvlak is bij de huidige beheerders en dat zij in kunnen stemmen met het voorgestelde takenpakket.
- We gingen door met de jaarlijkse bijdrage aan de landelijke routebureaus voor wandelen en fietsen (Wandelnet en Landelijk Fietsplatform).
- We verstrekten de opdracht aan Wandelnet om een onderzoek uit te voeren naar de waardering van het recreatieve wandelnetwerk in de provincie. Dit onderzoek voert Wandelnet in 2024 uit.
- We zijn betrokken bij de pilot Groene Haltes, een initiatief van de gemeente Rotterdam met partners MRDH en RET.
- Voor het beheer van ruiterpaden verstrekten we subsidies op Voorne-Putten en IJsselmonde. Daarnaast brachten we in beeld wat nodig is om paden door vrijwilligers te laten beheren. Dit leidde tot 2 nieuwe ruitergroepen.
- Voor de uitbreiding van het ruiterpadennetwerk verstrekten we subsidie voor het ruiterpad Molenpad in Zoeterwoude. Dit is naast een bestaande route voor fietsers en wandelaars. Met dit project ontstaat een veilige situatie voor deze groepen recreanten.
Waterrecreatie
Gedurende afgelopen jaren nam de belangstelling voor watersport en waterrecreatie toe. We vinden het belangrijk dat waterrecreanten meer bewust worden van schone, veilige en duurzame waterrecreatie. Daarom nemen we nu al 2 jaar deel in de Agenda Duurzame Waterrecreatie. Ook werken we met het HHS Delfland samen bij het uitvoeren van een draagkrachtonderzoek met de vraag: wat kan een gebied aan en aan welke knoppen kun je draaien om de vaarrecreatie te sturen?
Met de subsidieopenstelling waterrecreatie projecten keurden we 3 projecten goed. Daarnaast waren er eind 2023 nog 7 in behandeling. Binnen deze openstelling voegden we de mogelijkheid toe om subsidie aan te vragen voor kleine vaartuigen zoals sup’s en kano’s voor maatschappelijke doeleinden. Dit is naast de mogelijkheid voor projectaanvragen om onze provincie via het water beter te benutten en beleefbaar te maken.
Dit jaar zetten we een aparte subsidieregeling op voor eigenaren van kleine vaartuigen. Deze is bedoeld voor de ombouw van fossiel naar elektrisch aangedreven motoren. Hiermee kunnen we een bijdrage leveren aan een prettigere en duurzamere leefomgeving. Naast minder geluids- en stankoverlast, dragen we ook bij aan de vermindering van de CO2-uitstoot. Het plafond van deze regeling was binnen 2 maanden bereikt.
Beleidsdoel 7-3 Klimaatbestendig Zuid-Holland, opgewassen tegen de effecten van klimaatverandering en bodemdaling
Beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptatie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied
- Vanuit de beleidskaders hebben we input en inzet geleverd aan de gebiedsplannen van het ZH-PLG, aan het Ruimtelijk Voorstel en aan Water en Bodem Sturend.
- Mede op initiatief van Zuid-Holland heeft een externe partij een bovenregionaal onderzoek uitgevoerd naar extreme neerslag in Zuid-Holland. Het rapport ‘Casestudie Zuid-Holland: Analyse grootschalige wateroverlast' is in januari 2023 opgeleverd. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Zuid-Hollandse waterschappen, veiligheidsregio’s en de gemeenten Rotterdam en Dordrecht.
- Samen met de waterschappen heeft de provincie een klimaatonderlegger opgesteld, waarmee een eerste uitwerking is gegeven aan het principe ‘Water en bodem sturend’. De klimaatonderlegger is een set aan kaarten die inzicht geeft in de uitdagingen die water, bodem en klimaat meegeven voor bebouwing, landbouw en natuur. De klimaatonderlegger is benut in de voorbereiding van het ZH-PLG en het Ruimtelijk Voorstel.
- In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust moet zijn ingericht. Om dit kosteneffectief en betaalbaar te kunnen doen, wordt dit zoveel mogelijk in combinatie met andere werkzaamheden gedaan: benutten van ‘meekoppelkansen’. Zo blijven de meerkosten voor klimaatadaptieve maatregelen beheersbaar. Dit is in een begrotingshulp nader in kaart gebracht.
- In overleg met de Groene Huisvesters is een menukaart klimaatadaptie en groen opgesteld. De menukaart ondersteunt gemeenten en corporaties hun woonomgeving klimaatadaptief en groen te ontwerpen.
- In samenwerking met een aantal gemeenten is een studie uitgevoerd naar de kosten die gemaakt moeten worden om de bestaande stad in Zuid-Holland klimaatadaptief te maken.
- Onderzoek is gedaan naar de effecten van klimaatverandering op de economie van Zuid-Holland. Daarbij zijn een drietal sectoren nader onder de loep genomen.