In 2023 ontving de provincie € 3,5 mln vanuit de CDOKE-regeling, een tijdelijke financieringsmaatregel ter ondersteuning van de capaciteit van decentrale overheden op het gebied van klimaat- en energiebeleid. Hiervan gaven we in 2023 € 2,8 mln uit aan personele inzet. Het resterende bedrag van € 0,7 mln, dat we in 2023 niet besteedden, zal in 2024 beschikbaar zijn voor extra personele inzet.

Door de openstelling van de regeling per 1 september 2023 gaven we nog maar een beperkt aantal beschikkingen af. De regeling loopt tot eind 2027.aa

In 2023 ontvingen we bijna 100 aanvragen voor de subsidieregeling Zonnig Zuid-Holland, waarvan we er inmiddels 85 beschikten. De wisselende aanvraagbedragen maken de budgetbehoefte moeilijk voorspelbaar. De regeling loopt tot eind 2024.

Het resterende voordelige verschil betreft diverse kleine afwijkingen. beleid

Processen in de warmtetransitie (wet- en regelgeving, planvorming, programma-uitvoering) liepen in 2023 trager dan verwacht. Dit deel van de inzet is met name gericht op de ondersteuning van gemeenten waar de voortgang in 2023 moeizaam was.

De lagere besteding van € 0,3 mln in 2023 verklaren we door vertraging bij enkele aanbestedingen voor het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk vastgoed eind 2023 waardoor de lasten in 2024 zullen realiseren.

Het project ELENA kreeg een verlenging van 1 jaar en loopt nu door tot 30 september 2024. We kenden deze verlenging toe vanwege diverse oorzaken die tot vertraging leidden. Belangrijke factoren hierin zijn het uitblijven van de warmtewet en beperkte beschikbare capaciteit (inzet van personeel binnen gemeenten). De hierdoor onbenutte middelen zullen we in 2024 inzetten en besteden.

De provinciale stille reserve van de Houdstermaatschappij ZH heeft op basis van de concept jaarrekening een negatieve waarde van € 12 mln. Om de negatieve stille reserve af te dekken zal de provincie de reeds getroffen voorziening, zijnde € 8,2 mln ophogen tot € 12 mln.

Op basis van de voortgang van het project vond een correctie plaats van de lastneming van de middelen van € 10 mln. Deze middelen voegen we toe aan de reserve Warmteleiding Warmtelinq.

Het resterende voordelige verschil betreft diverse kleine afwijkingen.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit.

In 2023 kwamen voor in totaal € 1,5 mln aan aanvragen binnen in het kader van de subsidieregeling energie infrastructuur op bedrijventerreinen. Conform de verslaggevingsregels verantwoorden we deze lasten pas in de jaren 2024 t/m 2026. Ditzelfde geldt voor de begrotingssubsidie van € 0,1 mln aan Deltalinqs voor de energie innovatie studies. Daarnaast vielen de kosten voor de eerste versie van het provinciaal Meerjaren Infrastructuurprogramma Energie & Klimaat (pMIEK) en de uitgaven voor elektrificatie en circulaire projecten voor in totaal € 0,3 mln lager uit dan begroot.

Eind 2023 kwam een aanvraag voor begrotingssubsidie binnen voor de ophoging van het innovatieprogramma Energie en Klimaat aan InnovationQuarter (€ 0,3 mln). Deze lasten zullen we in 2024 verantwoorden.

De lasten zijn € 0,2 mln lager doordat een deel van de geplande kosten voor H2makers in 2023 nog niet nodig waren. We bekijken of er gebruik gemaakt kan worden van (gedeeltelijke) Europese financiering vanaf 2024 voor dit project.

Het resterende voordelige verschil betreft diverse kleine afwijkingen.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit.

Bij de lasten lichtten we toe dat Klimaat- & Energiebeleid lagere lasten heeft. Een specifieke uitkering (een OVP) dekt die lasten. Dit leidt ook tot lagere baten.

Bij de lasten lichtten we toe dat het ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed lagere lasten heeft. Een specifieke uitkering (een OVP) dekt die lasten. Dit leidt ook tot lagere baten.

Bij de lasten lichtten we toe dat het project duurzame wijkwarmte ELENA lagere lasten heeft. Een EU-subsidie dekt die lasten. Dit leidt ook tot lagere baten.