Paragrafen

Paragraaf Grondbeleid

Grond-voor-grond: verkoop gronden ten behoeve van de realisatie van het NNN

Realisatie en prognose verkoop Grond-voor-Grond
De provincie verkoopt een deel van haar gronden buiten de beleidsopgave om middelen te genereren voor de realisatie van de NNN. Dit wordt Grond-voor-Grond genoemd (GvG). In de periode tot 2027 moet ca. € 137 mln netto (= € 180,0 bruto minus proceskosten, netto-beheerlasten en boekwaarde) gerealiseerd worden
In 2023 is voor in totaal ca. € 0,6 mln aan grond verkocht. De totale opbrengstenraming voor de grondverkoop voor 2023 bedroeg € 1 mln. Hiermee ligt het gerealiseerde resultaat onder de prognose. Oorzaak is vooral dat de provincie terughoudend is als het gaat om het verkopen van agrarisch grondbezit omdat het mogelijk kan aangewend voor andere provinciale opgaven. De lasten (proceskosten en afwaarderingslasten) in verband met GvG bedroegen in 2023 € 0,4 mln waarmee de netto-opbrengst in 2023 uitkomt op ca. € 0,2 mln. Tot en met 2023 is hiermee circa € 113 mln aan netto-grondverkopen gerealiseerd.

Begin 2024 gaan we over tot een algehele herziening c.q. hertaxatie van het resterende GvG-bezit per 1-1-2024 (op perceelsniveau). Ná taxatie zullen we in het eerste kwartaal 2024 de nieuwe business case GvG opstellen. Hierbij is het zaak om de fasering, planning en verkoopstrategie te bepalen. Zeker omdat wordt getemporiseerd, aangezien percelen mogelijk als ruil-/compensatiegronden nodig kunnen zijn voor (andere) provinciale eigen opgaven. Kanttekening hierbij is wel dat de overwegend courante en grotere percelen reeds zijn verkocht.
Per 31-12-2023 beschikt de provincie nog over circa 600 ha GvG-grond. Het grootste deel hiervan ligt in de Krimpenerwaard en dient/kan ingezet worden als ruilgrond voor de natuurontwikkeling en nieuwe opgaven aldaar.

Met het oog op de ontwikkelingen binnen de ZH-PLG wordt geïnventariseerd welk bezit (voor zover nog niet in het bereik van een opgave) een bijdrage kan leveren in de gebiedsprocessen. Het ligt voor de hand dat het bezit dat van meerwaarde is voor de gebiedsprocessen uiteindelijk overgaat naar de grondbank voor het ZH-PLG.

Waarderingsbeleid groene grond
De aankoopprijs van de aangekochte gronden, die vallen binnen de NNN, wordt afgewaardeerd naar een reële prijs voor natuurwaarde en als zodanig op de balans gezet. Aankopen die buiten de begrenzing vallen worden voor de aanschafprijs op de balans gezet.
Het verschil tussen de GvG-opbrengsten uit verkoop van de grond minus risicofactor, minus boekwaarde verkochte grond en minus verkoopkosten is in de begroting opgenomen als dekkingsmiddel voor de realisatie van de NNN. De voorraad groene grond ultimo 2023 heeft een boekwaarde van ca. € 25,7 mln. Deze is als volgt samengesteld:

  • GvG-grond: ca. €  5,7 mln.
  • NNN-grond: ca. € 16,6 mln (inclusief gronden met een weidevogeldoelstelling).
  • RodS-grond: € 0.
  • ZH-PLG : € 3,4 mln.

Marktprijsverstoring
De omvang van de verkopen GvG zijn de laatste jaren gering. Verkoop vindt ook altijd plaats tegen marktconforme prijzen.

Tijdelijk Beheer
De meeste gronden die de provincie in afwachting van verkoop of inrichting in eigendom heeft zijn verpacht in geliberaliseerde pacht. Het betreft veelal gronden in agrarisch gebruik en gronden met bestemming natuur (binnen de NNN-begrenzing) en gronden met een boerenlandvogel/weidevogel-doelstelling. Voor gronden binnen de NNN en gronden met boerenlandvogel/weidevogel-doelstelling zijn beperkende voorwaarden in het pachtcontract opgelegd (zoals minder gebruik mest) en is een aangepaste pachtprijs gehanteerd. De pachtprijzen en voorwaarden 2023 zijn in het najaar 2022 door Gedeputeerde Staten vastgesteld.
De opbrengst in 2023 van het tijdelijk beheer was circa € 0,2 mln gebaseerd op 150 pachtovereenkomsten. Vanaf 2022 sluiten we meer langjarige geliberaliseerde pachtovereenkomsten af en die trend zet zich ook door in 2023, waaronder de geliberaliseerde pachtovereenkomsten met de Zelfrealisatoren en het Natuur Beheer Collectief Krimpenerwaard (NBC) en met pachters in de weidevogelkerngebieden. In totaal zijn er sinds 2022 5 weidevogelkerngebieden in beheer.
De provincie bezit in 2023 circa 32 bebouwde locaties die beheerd moeten worden, waaronder woningen/voormalige boerderijen, voormalige steunpunten voor het beheer van de infrastructuur en voormalige bedrijfsopstallen zoals bijvoorbeeld een mestsilo. Er wordt doorlopend geïnvesteerd ten behoeve van waardebehoud en/of de veiligheid van de tijdelijke beheerders/bewoners. Om het gebouwbeheer op orde te krijgen en te behouden is (extra) expertise ingehuurd om, daar waar nodig, onderzoek en eventueel sloop van gebouwen te begeleiden.
In 2023 bedroegen de beheer- en sloopkosten circa € 1,2 mln met name als het gevolg van het versneld saneren van diverse gebouwen.

Deze pagina is gebouwd op 06/21/2024 09:54:06 met de export van 06/21/2024 09:41:53