Vanaf 2016 is de provincie als gevolg van de invoering van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen in beginsel belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (hierna: vpb). Publiekrechtelijke rechtspersonen en overheidsstichtingen dienen per activiteit te beoordelen of met de uitoefening van de betreffende activiteit een onderneming wordt gedreven in vennootschapsrechtelijke zin. Dit betekent dat vpb afgedragen dient te worden over structureel winstgevende activiteiten.
Sinds het boekjaar 2016 dient de provincie Zuid-Holland jaarlijks een aangifte vpb in. Door haar deelname in een tweetal commanditaire vennootschappen (C.V.’s) drijft zij een onderneming voor de vpb en is sprake van een vpb-plicht. De verwachting is dat dit ook geldt voor 2022 en 2023. Momenteel zijn wij nog doende met de beoordeling van de cijfers 2022 voor het indienen van de aangifte vpb 2022 waardoor de exacte hoogte van de vpb-plicht voor 2023 nog niet bekend is. In de jaarrekening 2023 is daarom een bedrag opgenomen van afgerond € 36.000, dat gebaseerd is op de opgelegde voorlopige aanslagen vpb.
(bedragen x € 1.000) | Originele Begroting 2023 | Bijstellingen 2023 | Bijgestelde Begroting 2023 | Realisatie 2023 | Verschil begroot vs realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 36 | -36 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 36 | -36 |